Afrikaanse Reuzenslak

Afrikaanse reuzenslak

Diersoort: Afrikaanse reuzenslak
Klasse: Weekdieren
Orde: Pulmonata
Familie: Stylommatophora
Wetenschappelijke naam: Achatina achatina
Grootte mannetje: 18 – 30 cm. (Meestal ong. 22 cm.)
Grootte vrouwtje: 18 – 30 cm. (Meestal ong. 22 cm.)
Gewicht mannetje: 598 tot 704 gram
Gewicht vrouwtje: 598 tot 704 gram
Leeftijd in de natuur: Tot 10 jaar, meestal 5 – 7 jaar
Leeftijd in de dierentuin: Tot 10 jaar, meestal 5 – 7 jaar
Geslachtsrijp mannetje: 2 – 3 jaar
Geslachtsrijp vrouwtje: 2 – 3 jaar
Aantal eieren: 30 tot 90
Uitkomen van de eieren: 1 tot 3 weken
 
Bedreiging:
 
Informatie

Leefgebied
De Afrikaanse reuzenslak komt van oorsprong uit Oost- Afrika. De slakken zijn echter door de mens verspreid, waardoor hij nu in de meeste tropische landen voorkomt. Op sommige plaatsen komen zoveel Afrikaanse reuzenslakken voor, dat ze voor de landbouw een plaag vormen.

Uiterlijk
De Afrikaanse reuzenslak heeft een zacht, vochtig lichaam met daarop een grote bruinachtige schelp, ook wel bekend als “huis”. Hij kan zichzelf terugtrekken in zijn schelp en deze afsluiten met een laag calciumrijk slijm.

Voedsel in de natuur
Naast korstmos, algen en schimmels, bestaat het voedsel van de Afrikaanse reuzenslak vooral uit planten en resten van dieren, al zijn ze niet erg kieskeurig. In bewoonde gebieden vreten de slakken naast sierplanten alle groenten en fruit die ze op hun weg vinden. Ze zijn vooral gek op zonnebloemen. Om gezond te blijven moeten Afrikaanse reuzenslakken een bepaalde hoeveelheid calcium eten en dat halen ze vooral uit bladerrijke, donkergroene vegetatie.

Gedrag
De Afrikaanse reuzenslak is vooral tijdens de nacht actief en verschuilt zich overdag voor fel zonlicht op donkere, vochtige plekken. Hoewel hij zich het best voelt in een vochtige, tropische omgeving, kunnen sommige reuzenslakken ook tegen extreme hitte en bittere kou. Zodra het te heet, te droog of te koud wordt, zoekt de slak een veilige plek op en stopt zijn zachte, vochtige lichaam terug in zijn schelp. Hij sluit de opening af met een laag calciumrijk slijm, dat zich tot een beschermende laag verhardt. Vervolgens gaat hij een periode van diepe rust in, die maanden en soms wel jaren kan duren. Tijdens zo'n periode kan de slak wel zestig procent van zijn lichaamsgewicht kwijtraken.

Voortplanting in de natuur
Net als alle slakken is de Afrikaanse reuzenslak een hermafrodiet. Hij bezit zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Toch kan hij zich niet in zijn eentje voortplanten. Hij moet een partner zien te vinden met wie hij sperma kan uitwisselen. Vervolgens slaat hij dat sperma vaak maandenlang op in zijn lichaam tot hij klaar is om zijn eieren te bevruchten. Na slechts één paring legt de slak soms maanden achtereen verschillende hoopjes bevruchte eieren. Er worden tussen de 30 en 90 eieren gelegd. De meeste reuzenslakken begraven hun eieren in warme, vochtige grond en na één tot drie weken komen de kleine, doorzichtige slakken te voorschijn. Een pasgeboren jong eet eerst zijn eigen calciumrijke eierschaal op en gaat daarna direct op volwassen voedsel over. De jongen leven de eerste tijd nog onder de grond omdat ze in deze periode erg kwetsbaar zijn. In warme, vochtige omstandigheden groeit een jonge slak snel, maar de slak blijft zijn hele leven groeien.

Maak jouw eigen website met JouwWeb